Het is geen geheim, onze steden geraken steeds meer verzadigd. Niet alleen op het vlak van verkeer slibt de stad dicht, maar ook leef- en woonruimtes boeten aan kwaliteit in.
Dat is eigenlijk logisch, want ons stadsweefsel is nog steeds gebaseerd op een 19de-eeuws model. Ondertussen zijn we een dikke 200 jaar verder en de huidige behoeften en omstandigheden zijn onvergelijkbaar met die van toen. Het is dus hoog tijd voor de verbetering van de kwaliteit van die leefomgeving. Dat begint al bij duurzame ontwikkeling. Het blijkt immers dat die niet alleen milieuvoordelen biedt, maar vooral ook aantrekkelijke buurten en wijken oplevert met een meerwaarde voor alle partijen. Bewoners stellen het op prijs wanneer elementen uit het vroegere landschap nog in hun buurt te zien zijn. Cultuurhistorische elementen zorgen voor identiteit. Groen wordt bijzonder gewaardeerd. Variatie en functiemenging zorgen voor levendigheid en een gevoel van veiligheid. En een goed werkend mobiliteitsplan garandeert bereikbaarheid.
Wijken die zo’n principe toepassen, zijn begeerde wijken. En wanneer verschillende woonvormen met elkaar gecombineerd worden, voelt een gevarieerde groep van toekomstige bewoners zich bijzonder aangetrokken tot zo’n concept. Koppel dat tenslotte aan nieuwbouw die is afgestemd op de toekomst en je komt als vanzelf uit op wonen in de rand van de stad, want alleen daar kan aan al die voorwaarden voldaan worden. En dat biedt opportuniteiten. Niet alleen voor wie er woont, maar ook voor wie er investeert.